Minister Kamp van Economische Zaken gaat de Nederlandse Franchise Code (“NFC”) wettelijk verankeren. Dat betekent dat de gedragsregels die daarin zijn opgesteld verplicht worden voor franchisegevers en -nemers.

Kamp liet eerder al weten dat de code zo belangrijk is dat naleving moet worden gewaarborgd. Hij gaf de sector eerst de ruimte om een manier te vinden om code na te leven zonder wettelijke verplichting, maar zover is het dus niet gekomen. De NFC werd in februari geïntroduceerd en is sindsdien door verschillende franchisegevers omarmd. Het is de verwachting dat het wetsvoorstel in de loop van volgend jaar wordt ingediend.

Wat regelt de NFC?

De NFC is geschreven door een commissie, bestaande uit zowel franchisegevers als -nemers. Zij hebben ruim een jaar aan de gedragscode gewerkt, die de balans tussen de twee partijen moet herstellen. In de code zijn regels opgenomen voor bij het aangaan, uitvoeren en ontbinden van een franchiseovereenkomst, evenals de rechten en plichten van beide partijen. Een opmerkelijk punt aan de code is dat de franchisegever en franchisenemer, indien sprake is van een geschil tussen partijen, zich eerst dienen te wenden tot de ‘’Geschillencommissie Franchise’’. Hoe een dergelijke procedure er uit zal gaan zien en welke personen tot deze commissie gaan behoren is nu nog onduidelijk.

Wat betekent de NFC voor de praktijk?

Partijen dienen zich te realiseren dat ze zich dienen te houden aan specifieke wettelijke regels; daar waar de NFC nu niet dwingend geldt is de verwachting dat de wettelijke verankering daarin wijziging gaat brengen. Met name voor franchisegevers zal wettelijke verankering van de NFC nieuwe verplichtingen meebrengen; de NFC beoogt immers meer bescherming voor de franchisenemer te bewerkstelligen.

Waarom wordt de NFC opgenomen in de wet?

De hoofdreden dat de NFC wordt opgenomen in de wet is dat er de afgelopen tijd veel ruzies zijn ontstaan tussen franchisenemers en de formule-eigenaren, bijvoorbeeld drogisterijketen DA. Een deel van de franchisenemers keerde het hoofdkantoor de rug toe en een grote groep ondernemers ging uiteindelijk naar concurrent Etos.

Het “Vakcentrum”, dat sinds de start van het traject voor een wettelijke verankering is, spreekt van ‘een belangrijke mijlpaal in de route om uiteindelijk het evenwicht tussen franchisegevers en franchisenemers te herstellen’. Alleen zo worden partijen volgens de brancheorganisatie voor zelfstandige detaillisten gedwongen hun reserves te laten varen en over te gaan tot een daadwerkelijke constructieve invulling.