Op 10 juli 2018 is het wetsvoorstel ter implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn door de Eerste Kamer aangenomen. Notariskantoren, alsook andere instellingen die onder de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) vallen, krijgen in deze wet nieuwe verplichtingen opgelegd. Ook zijn de begrippen UBO, pseudo-UBO en PEP veranderd, danwel toegevoegd.

UBO-definitie

Op basis van de vierde anti-witwasrichtlijn wordt het instellen van een UBO-register een verplichting. De bedoeling is om hiermee meer transparantie te bereiken. Het opsporen van criminelen wordt vergemakkelijkt en misbruik van vennootschappen en andere juridische entiteiten kunnen beter worden tegengegaan.

De categorieën personen die kunnen worden aangemerkt als UBO verschillen per juridische entiteit. Op grond van de nieuwe wet moet een juridische entiteit ten minste één UBO hebben. Belangrijk om te onthouden is dat er ook meerdere UBO’s kunnen bestaan.

Wie is UBO / pseudo-UBO:

BV en niet beursgenoteerde NV

(de beursgenoteerde NV en 100% dochter daarvan zijn vrijgesteld van de verplichting een UBO of pseudo-UBO te benomen)

Natuurlijke personen die uiteindelijke eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over de vennootschap via:

1. direct of indirect houden van meer dan 25% van de aandelen;

2. andere middelen, zoals het recht om de meerderheid van de leden van het bestuur te benoemen of ontslaan

Stichting, vereniging of coöperatie

(deze eisen gelden ook voor certificaathouders van een Stichting Administratiekantoor)

Natuurlijke personen die uiteindelijke eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over de betreffende rechtspersoon via:

1. direct of indirect houden van meer dan 25% van het eigendomsbelang in de rechtspersoon;

2. het direct of indirect kunnen uitoefenen van meer dan 25% van de stemmen bij besluitvorming over statutenwijziging;

3. het kunnen uitoefenen van feitelijke zeggenschap over de rechtspersoon.

Personenvennootschappen (maatschap, CV en VOF) Natuurlijke personen die uiteindelijke eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over de personenvennootschap via:

1. direct of indirect houden van meer dan 25% van het eigendomsbelang in de personenvennootschap;

2. het direct of indirect kunnen uitoefenen van meer dan 25% van de stemmen bij besluitvorming over wijziging van de vennootschapsovereenkomst;

3. het kunnen uitoefenen van feitelijke zeggenschap over de personenvennootschap

Indien er op basis van bovenstaande criteria geen UBO kan worden aangewezen of indien er twijfel bestaat over het bestaan van een UBO, geldt voor rechtspersonen dat de statutair bestuurder(s) en/of het hoger leidinggevend personeel als pseudo-UBO’s worden aangemerkt en voor personenvennootschappen dat een of meer van de vennoten (met uitzondering van de commanditair vennoten) als pseudo-UBO’s worden aangemerkt.

Het begrip ‘politiek prominent persoon’

Wanneer een cliënt kwalificeert als PEP (Politically Exposed Person) in de zin van het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018, moet altijd een verscherpt cliëntenonderzoek plaatsvinden. Dit omdat een PEP een verhoogd risico op witwassen en/of financieren van terrorisme met zich meebrengt.

In art. 2 lid 1 van de Vierde anti-witwasrichtlijn is een opsomming gegeven van prominente publieke functies die in elk geval onder de definitie van PEP vallen. Dit betreft:

  • een staatshoofd, regeringsleider, (onder)minister of staatssecretaris;
  • een parlementslid of lid van een soortgelijk wetgevend orgaan;
  • een lid van het bestuur en van een politieke partij;
  • een lid van een hooggerechtshof, constitutioneel hof of van een andere hoge rechtelijke instantie die arresten wijst waartegen, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, geen beroep openstaat;
  • een lid van een rekenkamer of van een raad van bestuur van een centrale bank;
  • een ambassadeur, zaakgelastigde of hoge officier van de strijdkrachten;
  • een lid van het leidinggevend lichaam, toezichthoudend lichaam of bestuurslichaam van een staatsbedrijf;
  • (plaatsvervangend) bestuurder, lid van de raad van bestuur of bekleder van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie.

Wijzigingen in het PEP-begrip

Het PEP-begrip is al eerder gebruikt in de Uitvoeringsrichtlijn waarnaar in de Derde anti-witwasrichtlijn verwezen werd. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van deze Uitvoeringsrichtlijn zijn de volgende:

  1. er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen buitenlandse en binnenlandse politiek prominente personen
  2. leden van het bestuur van een politieke partij worden als PEP aangemerkt; de toelichting op het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018 geeft aan dat bestuursleden van lokale politieke partijen niet als PEP moeten worden aangemerkt, het gaat dus alleen om landelijke politieke partijen
  3. bestuurders van internationale organisaties of vergelijkbare personen worden als PEP aangemerkt

Nieuwe verplichtingen

Het risicobeleid waarover ieder notariskantoor dient te beschikken, moet aantoonbaar worden afgestemd worden op het type cliënt en de transactie die voor de cliënt wordt verricht. De reeds bestaande regels voor het cliëntenonderzoek blijven daarnaast ook gelden.

Daarnaast geldt voor grote kantoren dat zij een compliance-functionaris en een audit-functionaris aanwijzen. Ook moeten de grote kantoren zorgen dat zij over een voorziening beschikken waar de werknemers op een anonieme basis een overtreding van de Wwft intern kunnen melden.