Minister van Rechtsbescherming, Sander Dekker, wil een einde maken aan de malafide praktijken rondom de turboliquidatie van rechtspersonen. De belastingdienst schat, op basis van cijfers uit de periode 2010-2016, dat er met één op de vijf turboliquidaties mogelijk iets mis was. Het doel van minister Dekker is om met een wetswijziging te komen die ervoor zorgt dat turboliquidaties transparanter worden voor de schuldeisers.

Turboliquidatie
In 1994 werd de mogelijkheid tot turboliquidatie gecreëerd voor rechtspersonen die op het tijdstip van ontbinding geen baten meer hebben. Bij een turboliquidatie maakt de aandeelhoudersvergadering een besluit tot opheffing van de vennootschap. Het bestuur geeft vervolgens bij de Kamer van Koophandel (KvK) aan dat de rechtspersoon is opgehouden te bestaan en verzoekt tot doorhaling in het handelsregister. Bij een turboliquidatie vindt er geen vereffening plaats. De turboliquidatie wordt door accountants, advocaten en fiscalisten vaak geadviseerd omdat dit een snelle en goedkope ontbindingswijze is. Uit cijfers van de KvK blijkt dat 88% van de B.V. ’s en 95% van de stichtingen via deze wijze zijn opgeheven sinds 2013.

Uit de parlementaire geschiedenis en de wettekst blijkt dat de turboliquidatie is ingevoerd voor vennootschappen die ten tijde van de ontbinding geen baten meer hebben. Over het bestaan van schulden wordt hierin niets gezegd. Een vennootschap kan derhalve overgaan tot turboliquidatie indien zij uitsluitend schulden heeft. Het is zeer waarschijnlijk dat de minister bij de invoering van de wetswijziging niet bedacht was op deze mogelijkheid. Het doel van de wetswijziging was namelijk om misbruik van B.V. ’s te voorkomen en te zorgen dat het handelsregister wordt opgeschoond.

Positie schuldeisers
Door de toenemende populariteit van de turboliquidatie worden schuldeisers steeds vaker benadeeld. Er bestaat bij een turboliquidatie geen wettelijke verplichting tot publicatie van de ontbinding. Het gevolg hiervan is dat schuldeisers vaak niet bekend zijn met de ontbinding van de vennootschap. Na deze ontbinding kan een schuldeiser slechts een verzoek doen tot heropening van de vereffening. De schuldeiser zal moeten aantonen dat hij voldoende belang heeft bij de heropening en zal daarnaast moeten aantonen dat er een niet-vereffende bate is, dan wel dat er een liquidatiesaldo aan een rechthebbende is uitgekeerd dat kan worden teruggevorderd. 

Het is voor de schuldeisers vaak lastig om dit aan te tonen. Ze beschikken over onvoldoende informatie en daarnaast hebben ze geen inzicht in de administratie van de ontbonden rechtspersoon. Indien een vennootschap herleeft wordt deze herleving niet ingeschreven in het handelsregister. Dit heeft tot gevolg dat andere schuldeisers vaak niet op de hoogte zijn van de heropening van de vereffening en de mogelijkheid om de vennootschap in rechte te betrekken. Bovenstaande maakt dat de huidige wettelijke regeling onvoldoende waarborgen biedt voor de schuldeisers.

Wetswijziging
Het vermoeden bestaat dat fraudeurs in toenemende mate overstappen van klassieke faillissementsfraude naar misbruik van turboliquidaties. Minister Dekker werkt aan een wetswijziging die schuldeisers meer zekerheid moet bieden. Schuldeisers komen er nu vaak pas na verloop van tijd achter dat ze hun geld waarschijnlijk niet meer terug krijgen. De minister wil daarom de volgende maatregelen treffen:

  • het bestuur moet een slotbalans op te stellen. Deze zal moeten worden voorzien van een bestuursverklaring die aangeeft waarom de baten ontbreken. De slotbalans met bestuursverklaring moet gedeponeerd worden bij het Handelsregister;
  • de jaarrekeningen van alle voorafgaande boekjaren moeten openbaar worden gemaakt voordat de rechtspersoon kan worden doorgehaald in het handelsregister. Deze jaarrekeningen moeten inzicht geven in het financiële verloop van de rechtspersoon;
  • het bestuur moet zorgen voor de algemene bekendmaking van de turboliquidatie. Bij deze bekendmaking moet vermeld worden dat de slotbalans en de jaarrekeningen ter inzage liggen bij het Handelsregister.

Door deze maatregelen moet er meer transparantie komen richting de schuldeisers. Het blijft uiteindelijk aan de schuldeisers zelf om te beoordelen of zij, naar aanleiding van deze verstrekte informatie, naar de rechter stappen. Het is echter niet de bedoeling om, door middel van de komende wetswijziging, turboliquidatie bij vennootschappen met uitsluitend schulden onmogelijk te maken. Een voorontwerp van de wetswijziging zal naar alle waarschijnlijkheid in de loop van 2020 ter consultatie worden aangeboden.