Bijna 140.000 organisaties hebben in de eerste fase van de coronacrisis een voorschot op de loonkosten aangevraagd op grond van de Eerste tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW 1).

Het doel van NOW 1 is om werkgevers te steunen die als gevolg van de coronacrisis te maken hebben met een substantieel omzetverlies. Werkgevers konden bij het UWV een voorschot vragen voor een tegemoetkoming in de loonkosten voor de maanden maart, april en mei.

Het UWV heeft op basis van de aanvraag voorschotten verstrekt ter hoogte van 80% van de verwachte tegemoetkoming. Nu, een paar maanden later, is het tijd om de balans op te maken en een definitieve eindafrekening vast te stellen.

Eindafrekening op basis van daadwerkelijke omzetdaling
Om de eindafrekening te kunnen maken, wordt gekeken naar de daadwerkelijke omzetdaling in de maanden maart, april en mei. Op basis daarvan kan de hoogte van de definitieve tegemoetkoming berekend worden en wordt bepaald of er een correctie nodig is op het eerder uitgekeerde voorschot. Het onderzoek verschilt per organisatie en is afhankelijk van de grootte van de onderneming en de hoogte van de subsidie.

Controle in verschillende gradaties van intensiteit
Bij de eindafrekening is een belangrijke rol weggelegd voor accountants. Er is gekozen voor verschillende gradaties in de intensiteit van de controle, zodat de administratieve lastendruk in verhouding staat tot het daadwerkelijke risico op fraude.

Indien het uitgekeerde voorschotbedrag minder dan €20.000 is en het subsidiebedrag uiteindelijk minder dan €25.000 bedraagt, hoeft er geen extra controle plaats te vinden. Wel zal er steekproefsgewijs gecontroleerd worden. Het blijft dus voor elke onderneming belangrijk om de administratie goed op orde te houden!

Ondernemingen waarvan de subsidieverstrekking tussen de €25.000 en €125.000 is vastgesteld, hebben een derdenverklaring nodig om de rechtmatigheid van de subsidie aan te tonen. Deze verklaring kan worden afgegeven door een administratiekantoor, belastingconsulent, boekhouder of accountant.

Accountantsonderzoek 
Boven de €100.000 als voorschotbedrag of €125.000 als subsidiebedrag dient de onderneming een accountantsverklaring af te geven.

De intensiteit van het accountantsonderzoek is afhankelijk van de hoogte van de subsidie én of deze onderneming voor de jaarrekening controleplichtig is.

Het grensbedrag wordt gesteld op €375.000. Indien de onderneming recht heeft op een subsidie van minder dan €375.000 en niet aan de criteria voor de controleplicht van de jaarrekening voldoet, is een samenstellingsverklaring van een accountant voldoende.

Van ondernemingen die recht hebben op een subsidie van meer dan €375.000 én een controleplichtige jaarrekening voeren, wordt meer verantwoording verwacht. Deze ondernemingen dienen een accountantsproduct af te geven waarbij de accountant een redelijke mate van zekerheid (assurance) afgeeft. Door de hoogte van het subsidiebedrag wordt het intensieve onderzoek gerechtvaardigd.

 
Het streven is dat organisaties die gebruik hebben gemaakt van NOW 1 vanaf 7 oktober 2020 een verzoek kunnen indienen om hun subsidie definitief vast te laten stellen.