Bij het aanbieden van aandelen moet de aandeelhouder, op grond van art. 2:195 lid 1 BW, een prijs van zijn medeaandeelhouders ontvangen die gelijk is aan de waarde van zijn aandelen. In eerste instantie volgt uit de wet dat de prijsvaststelling gedaan moet worden door deskundigen. Het staat de partijen echter vrij om onderling een andere regeling af te spreken, zo lang de aandeelhouder maar niet tegen zijn wil een afwijkende regeling wordt opgelegd. Indien partijen er samen niet uitkomen geldt de wettelijke regeling weer.
In de statuten van veel Nederlandse kapitaalvennootschappen is vastgelegd dat de benoeming van deze deskundigen overgelaten wordt aan de Koninklijke Notariële Beroepsvereniging (KNB), de Kamer van Koophandel (KvK), of de rechtbank. In dit blog wordt uiteengezet waarom dit problematisch is en welke instantie wel geschikt is voor de benoeming van deskundigen.
De rechtbank
De rechtbank waar de vennootschap statutair is gevestigd komt verreweg het meeste voor als benoemende instantie.
Wat problematisch is bij de benoeming van de rechtbank, is het feit dat de rechtbank niet verplicht is om één of meerdere deskundigen te benoemen. Partijen kunnen wel een verzoek indienen bij de rechtbank om één of meer deskundigen te benoemen, maar er zijn geen wettelijke bepalingen die de rechtbank hiertoe verplichten. Mocht de rechtbank niet welwillend zijn om hierover te beslissen, kan het dus betekenen dat er geen deskundige(n) benoemd zullen worden.
De KNB
De KNB is de tweede instantie die, na de rechtbank, in een groot deel van de statuten als benoemende instantie voorkomt.
Problematisch hierbij is dat de KNB niet gespecialiseerd is in het waarderen van aandelen. Het is dan maar de vraag of de KNB een geschikte deskundige of geschikte deskundigen weet te benoemen.
De KvK
De KvK wordt in mindere mate, maar ook nog regelmatig, aangewezen als benoemende instantie.
Ook dit is problematisch, omdat de KvK in 2013 is gestopt met het benoemen van deskundigen. Des te opvallender is het dan ook dat de KvK, in enkele statuten die na 2013 zijn opgesteld, nog als benoemingsinstantie is opgenomen.
Een oorzaak hiervan is waarschijnlijk het gebruik van een oud model waarop de statuten gebaseerd zijn. Het aanwijzen van de KvK als benoemingsinstantie kan tot gevolg hebben dat partijen, die zich wenden tot de KvK voor de benoeming van een of meer deskundigen, in een impasse terechtkomen.
Nederlands Instituut voor Register Valuators (NIRV)
Al met al zorgt het opnemen van bovengenoemde instanties als benoemingsinstantie voor onduidelijkheid wat betreft de deskundigenbenoeming, wat onwenselijk is.
Een beter alternatief, wat ook al in enkele statuten voorkomt, is om het NIRV op te nemen als benoemingsinstantie.
Het NIRV is gespecialiseerd in aandelenwaarderingen en heeft dus ook meer kennis in huis dan de bovengenoemde instanties wat betreft de prijsvaststelling. Het is dus verstandig om, indien dit nog niet zo is, de statuten aan te laten passen en het NIRV als benoemingsinstantie op te nemen.
Conclusie en tip
Kortom, het opnemen van de rechtbank, de KNB of KvK tot benoemingsinstantie is problematisch vanwege onkunde of onwelwillendheid van genoemde instanties om tot benoeming over te gaan.
Beter is het om het NIRV op te nemen als benoemingsinstantie, aangezien zij gespecialiseerd zijn in aandelenwaarderingen. Indien de rechtbank, de KNB of KvK nog is aangewezen in uw statuten als benoemingsinstantie, is het verstandig deze aan te passen.