Op 5 december 2022 is het wetsvoorstel Wet implementatie richtlijn grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen (hierna: Wetsvoorstel) ingediend bij de Tweede Kamer. Het Wetsvoorstel moet zorgen voor de omzetting van Richtlijn (EU) 2019/2121 (hierna: Richtlijn) in Nederlandse wetgeving. De Europese Commissie wil met deze Richtlijn grensoverschrijdende omzetting, fusie en splitsing van kapitaalvennootschappen (N.V. en B.V.) eenvoudiger maken en de vrijheid van het vestigen binnen de EU bevorderen. Daarvoor zijn wijzigingen in Boek 2 BW en de Wet op het financieel toezicht (Wft) nodig.

De Richtlijn schrijft voor aan welke voorwaarden moet worden voldaan voordat een grensoverschrijdende verrichting kan plaatsvinden en bevat procedurevoorschriften. De Richtlijn geeft daarnaast een geharmoniseerde regeling voor de bescherming van aandeelhouders, schuldeisers en werknemers.

Voor meer informatie en achtergronden van deze richtlijn verwijzen wij graag naar onze eerdere blog over dit onderwerp.

Rol van de notaris; de fraudetoets
De Richtlijn voorziet in een regeling waarin een bevoegde autoriteit de grensoverschrijdende verrichting begeleidt en controleert op onrechtmatigheid. Het Wetsvoorstel wijst in Nederland de notaris aan als bevoegde autoriteit om het proces te begeleiden en een fraudetoets uit te voeren.

Deze fraudetoets houdt in dat de notaris een verklaring afgeeft ter goedkeuring van de besluitvorming van de verrichting en daarnaast een slotverklaring om de verrichting formeel af te ronden. De notaris geeft de verklaring niet af indien hij vaststelt dat de grensoverschrijdende verrichting is opgezet voor onrechtmatige of frauduleuze doeleinden die leiden tot ontduiking of omzeiling van Unie- of nationaal recht, of voor criminele doeleinden.

Grensoverschrijdende constructie vanuit fiscaal perspectief
Volgens de toelichting bij het Wetsvoorstel sluit de fraudetoets aan bij de huidige rol van de notaris als poortwachter.In het Wetsvoorstel komt niet expliciet naar voren dat de fraudetoets een fiscaal aspect met zich mee kan brengen terwijl in de considerans bij de Richtlijn daar wel op wordt gewezen. Het is denkbaar dat betrokken partijen juist om fiscale redenen een grensoverschrijdende verrichting wenselijk vinden. Daarom is het van belang te onderzoeken in hoeverre en op welke wijze een Nederlandse instantie (zoals de Belastingdienst) ook toetst op fiscale fraude.

De behandeling van dit Wetsvoorstel wordt besproken in de procedurevergadering van de commissie voor Justitie en Veiligheid van de Tweede Kamer op 21 december 2022. De uiterste datum waarop de Richtlijn moet zijn omgezet in Nederlands recht is 31 januari 2023.

Wij zullen u via onze blog uiteraard op de hoogte houden van de ontwikkelingen.