Bij het oprichten van een nieuwe vennootschap komt veel kijken. Wat wordt de naam van de vennootschap? Hoe hoog wordt het startkapitaal? Veelal wordt ook de vraag gesteld of de oprichters gebruik willen maken van een holdingstructuur.

Voor een aantal ondernemers zal dit een moeilijke vraag zijn, omdat ze niet precies bekend zijn met de voordelen van de oprichting van een holding. En dat terwijl de holdingstructuur juist vele juridische en fiscale voordelen kan bieden. Reden genoeg om deze voordelen (weer) eens op een rijtje te zetten.

Een werkmaatschappij en holding: de voordelen
Een besloten vennootschap (BV) kan in grofweg twee verschijningsvormen verdeeld worden: een werkmaatschappij en een holding. Vanuit de werkmaatschappij worden de dagelijkse ondernemingsactiviteiten gedreven. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het aannemen van personeel en het leveren van producten of diensten. Het is mogelijk om naast een werkmaatschappij ook een holding op te richten. Een holding wordt gebruikt om de belangrijke vermogensbestanddelen in onder te brengen, zoals onroerend goed en winst. De holding houdt de aandelen in de werkmaatschappij, zodat tussen de twee vennootschappen een onderlinge relatie ontstaat. Alle aandelen van de holding worden op haar beurt weer gehouden door de aandeelhouder als natuurlijk persoon. Tussen de aandeelhouder en de werkmaatschappij wordt als het ware een nieuwe vennootschap geschoven. Maar wat is daar dan precies zo handig aan?

1. Risicospreiding
Ten eerste kan de ondernemer via deze constructie beter aan risicospreiding doen. Alle waardevolle zaken worden ondergebracht in de holding. Op deze manier worden de ondergebrachte vermogensbestanddelen niet betrokken bij een eventueel faillissement van de werkmaatschappij.

2. Voorkomen van dubbele belasting
Bestanddelen die vaak worden overgebracht naar de holding zijn onroerend goed en de winst die de werkmaatschappij heeft gemaakt. Ten aanzien van het laatste punt ziet dan ook het tweede voordeel. De winst wordt eerst in de werkmaatschappij belast met vennootschapsbelasting en kan daarna belastingvrij worden overgeheveld naar de holding door de zogeheten deelnemingsvrijstelling. Met deze vrijstelling wordt dubbele belasting, namelijk vennootschapsbelasting én dividendbelasting, voorkomen. Op het moment dat de winst aan de ondernemer in privé wordt uitgekeerd is er overigens nog wel inkomstenbelasting en dividendbelasting verschuldigd.

3. Verliezen en winsten verrekenen
Het derde voordeel is er nog één op fiscaal vlak. Indien de holding alle aandelen in de werkmaatschappij houdt (of in elk geval 95% of meer), kan er een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting worden aangegaan. Het voordeel daarvan is dat de resultaten van de werkmaatschappij worden toegerekend aan de holding. De verliezen van de ene vennootschap kunnen dus worden verrekend met de winsten uit de andere vennootschap.

4. Flexibiliteit bij verkoop aandelen
Een laatste voordeel is de flexibiliteit bij een eventuele verkoop van aandelen van de werkmaatschappij. Zodra de aandelen in het kapitaal van de werkmaatschappij worden verkocht, en er is geen holding, dan moet inkomstenbelasting worden betaald over de winst uit de verkoop van deze aandelen. Wanneer er wel een holding is dan komt de winst  in de holding terecht. De holding betaalt daarover geen belasting.

Nu een holding oprichten, of kan dat later ook?
Wij adviseren regelmatig om direct bij het oprichten van een werkmaatschappij ook een holding op te richten.

Hoewel dit bij de start van de onderneming meer kosten met zich meebrengt, aangezien er twee vennootschappen worden opgericht en voor twee vennootschappen administratie moet worden bijgehouden en jaarrekeningen moeten worden opgemaakt, weegt dit ons inziens niet op tegen de keuze om op een later moment alsnog een holding op te richten.

Het is namelijk mogelijk om op een later moment een holding tussen de werkmaatschappij en de ondernemer te schuiven. De aandelen in de werkmaatschappij worden van de ondernemer overgedragen aan de holding.

Het achteraf tussenschuiven van een holding vergt echter extra aandacht en vaak hogere notariële kosten. Daarbij moet een fiscalist een inbrengbeschrijving opstellen. Uiteindelijk zal dit dus een kostbaardere aangelegenheid zijn.